We hebben donderdag 31 januari 2013 deelgenomen aan Gedichtendag. We maakten allemaal een gedicht met een mooie tekening. Mijn tekstje ging over koning A, zijn naam was Alfapret 1.
Ik heb ook geschreven over: dolle pret met Z.
Kato:
Vandaag is het gedichtendag,
dat is de dag dat alles rijmen mag.
Eerst verzin je iets in het klad,
en dan op een goed blad.
Dan mag alles grappig zijn,
want dat is toch zo fijn!
Lukas:
Vandaag is het een mooie dag,
gelukkig geen vlooiendag.
Het is vandaag een gestichte dag,
het is gedichtendag!
Dit is een dag van A tot Z,
wat een pret!
Wat is het net,
zo'n dolle pret met Z.
A kan er ook wat van,
hij is de koning van het alfabet,
ze noemen hem alfapret!
Ticho:
Nieuwjaar is leuk,
je verjaardag is tof,
carnaval is de max.
Maar er is maar een dag dat
het allemaal leeft
dat is vandaag.
Gedichtendag.Wanneer A tot Z
de baas is.
Jessy:
Carnaval,carnaval!!!
wat een leuke knal
plezier maakt iedereen
overal slingers gooien
een slinger hier
een slinger daar
precies een echt
carnavalbal.
Kyara:
Snoep, snoep en nog eens snoep,
ik krijg er mijn buik van vol.
Nooit eens groenten of fruit,
o, wat een ellendige brol!
Tessa:
Er was eens een meisje,
ze at een ijsje.
Ze was heel lief,
en noemde Lies.
Ze was heel klein,
en had een konijn.
Maar ze was wel fijn,
om bij te zijn.
Tyana:
Ik zie een mooi gezicht,
en die vertelt een gedicht
in het mooie zonlicht.
Van het bericht naar het gezicht
en ik richt het naar een nieuw gedicht.
Lennert:
Ik heb nu een kaft,
maar dat is toch maf.
Mijn koe heette Ralf,
en zij kreeg een kalf
en smeerde ze in met zalf.
Inez:
Boven onze stad hing een wolk,
ja, dat zag heel het volk.
Zelfs alle beesten!
Hé, wacht eens! Die waren toch aan het feesten?
Wij hebben een leuk stadje,
want ik ben daar het schatje.
Overal waar je kijkt, zie je rozen,
en iedereen die voorbij mij loopt, moet opeens blozen.
Overal waar je loopt, loop je op gras,
dan maak ik nu maar eens mijn danspas.
Jaimie:
Onze school 'De Bron' is de allerbeste .
Ik zou nergens anders gaan.
Hier leren we rekenen, tekenen, schrijven en nog veel meer.
Maar het leukste is dat we kunnen spelen met elkaar!
Marie:
Er was eens een prinses,
die vond een halfvolle fles.
Wat voor een afval hebben we hier,
zit in die fles soms bier?
Er hing ook een briefje aan, w
wat zou erop staan?
De prinses las het hardop voor,
maar ik ga er nu snel vandoor.
Ik vertel dit wel een andere keer,
want dan ben ik er evenzeer.
Liander:
Er was eens een peer,
die zette zich neer.
De perenkoning ontmoeten, was me een eer,
en wat er gebeurde, vertel ik de volgende keer!
Elena:
Er was eens een toets,
die had de hoest.
De toets was te moe,
dus ging hij naar de koe.
De koe lag in bed,
dus had hij pech!
Heb je zin?
Stap maar in!
Kom, we gaan
naar de banaan.
Over bananen gesproken,
kom, we gaan er wat kopen.
Oh wat lekker en zoet,
wij doen wat moet!
Er was eens een kapitein, die was zo kwaad.
Hij schreeuwde altijd tegen zijn bemanning.
Dat vond de bemanning niet zo fijn,
maar ze durfde het niet te zeggen tegen de kapitein.
anders moesten ze naar de haaien!
Maar er was één piraat die het wel zei tegen de kapitein
en hij was niet kwaad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten